Food Pro·tec·ts – a German-Dutch INTERREG V A-project
28 aug 2020
Dr. Joachim Clemens, hoofd R&D van Soepenberg GmbH (rechts), stond voor de camera in de kas van de onderzoekscampus in Klein-Altendorf om verslag te doen van de projectresultaten

Opnames voor slotfilm

Vanwege de vertragingen als gevolg van de wereldwijde coronapandemie is het grote INTERREG V-project Food Pro·tec·ts met een half jaar verlengd tot eind 2020, zodat alle nog lopende activiteiten kunnen worden afgerond. Ook het oorspronkelijk geplande slotevenement van het project, waarbij de ontwikkelde producten en resultaten zouden worden gepresenteerd, kon vanwege corona niet plaatsvinden. Als alternatief werkt GIQS nu aan een aantal kleine eindfilms om de projectresultaten te presenteren.

De eerste opnamedag vond eind augustus plaats op de onderzoekscampus van de Universiteit van Bonn in Klein-Altendorf. Hier kwamen de projectpartners samen, die tijdens de vierjarige projectperiode verschillende innovatieve producten hebben ontwikkeld onder het trefwoord “gebruik van biomassa”. Samen met het team van Media Brüggemann uit Mönchengladbach werden de projectpartners geïnterviewd en werden de daaruit voortvloeiende producten gepresenteerd, zoals een nieuwe meststof uit afvalwater en zuiveringsslib, biochar uit landbouwafval of voedselresten, alsmede nieuwe substraten op basis van het innovatieve strooiselmateriaal Miscanthus, die de bodemeigenschappen hebben verbeterd.

In de komende weken zullen de resultaten van de activiteiten van Food Pro·tec·ts op het gebied van sensortechnologie, plasma en dierenwelzijn ook op film worden vastgelegd. Hiervoor zijn verdere opnamedata gepland in onder andere Venlo, Kleef, Bad Sassendorf, ‘s-Hertogenbosch en Bonn. Een presentatie van alle films is gepland voor het einde van het project.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

18 jun 2020
Elena Zopes van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität Bonn

Food Pro·tec·ts masterscriptie op de 3e plaats

De DLG (Deutsche Landwirtschafts-Gesellschaft) heeft de Wilhelm Rimpau-prijs 2020 toegekend aan drie innovatieve en praktijkgerichte masterscripties in de plantenproductie. Namens het bestuur van de DLG heeft een onafhankelijke jury uit de in totaal 25 zeer goede inzendingen drie bijzondere werken geselecteerd. De derde plaats ging naar Elena Zopes van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität Bonn, die in het kader van het INTERREG-project Food Pro·tec­·ts onderzoek deed naar herwinbare grondstoffen. De prijs is vernoemd naar Wilhelm Rimpau, de “vader van de Duitse plantenveredeling” en oprichter van de zaadveredelingsafdeling van de DLG.

Elena Zopes uit Bonn ontving de derde prijs, die met 1.000 euro is bedeeld, voor haar masterscriptie over “N-dynamica van de combinatie van vaste en vloeibare meststoffen in suikerbieten als derde schakel in de vruchtwisseling”. Het proefschrift werd uitgevoerd in de onderzoekseenheid herwinbare grondstoffen van de Landbouwfaculteit van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universiteit Bonn, in samenwerking met de Hogeschool Bonn-Rhein-Sieg en werd begeleid door Prof. Dr. Ralf Pude, Prof. Dr. Martin Hamer en Michael Stotter. Het onderzoek werd gefinancierd in het kader van het Duits-Nederlandse samenwerkingsproject Food Pro·tec·ts.

In haar masterscriptie onderzocht Elena Zopes de N-mineralisatie van verschillende Miscanthus-meststoffen en vergeleek deze met de N-dynamiek van andere belangrijke landbouwmeststoffen. Het doel van haar werk was om te achterhalen of Miscanthus stikstof in de bodem kan binden over een lange periode en tegelijkertijd vrijgeven in overeenstemming met de eisen van de plant, waardoor potentiële N-verliezen worden verminderd en tegelijkertijd een hoge opbrengst wordt bereikt.

Deze vraag werd gesteld omdat Miscanthus al wordt gekenmerkt door een hoog absorptievermogen als strooisel in de dierenstallen. Aangezien Miscanthus ook als vergroenende plant tal van positieve effecten heeft op de bodem en het milieu, kan men er ook van uitgaan dat de teelt van dit gewas de komende jaren zal uitbreiden. De masterscriptie van Elena Zopes toonde aan dat de opname van gehakte Miscanthus stikstof in de bodem gedurende een lange periode kan binden en deze ook weer kan vrijgeven zoals de plant dat wil.

De resultaten van zowel bodem- en plantenanalyses als de N-balansen zouden kunnen aantonen dat de N-mineralisatie in de meststoffen die Miscanthus bevatten, trager verloopt dan in de andere onderzochte meststoffen. Bovendien zou men vanwege de hoge suikerbieten- en suikeropbrengsten kunnen uitgaan van negatieve milieueffecten.

De resultaten van dit werk zijn daarom zeer relevant, vooral in de discussie over het nitraatprobleem, en tonen tegelijkertijd een hoge mate van praktische bruikbaarheid.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

12 feb 2020
Welkomstbordje voor de vergaderzaal van de Hogeschool Rijn-Waal

Biomassa-symposium aan de Hogeschool Rijn-Waal in Kleef

Medio februari werd in het kader van het Duits-Nederlandse INTERREG V A-project Food Pro·tec·ts een conferentie gehouden over het thema “Gebruik van biomassa, reststromen en voedingsstoffen in Duitsland en Nederland”. Het doel van het evenement was om een overzicht te krijgen van de biomassa- en nutriëntenkringlopen in de regio rond Kleef en om de mogelijkheden voor het sluiten van kringlopen te laten zien. Dit evenement diende als eerste stap naar de ontwikkeling van gerichte concepten voor de regio.

Ongeveer 30 deelnemers woonden de conferentie bij – waaronder boeren, vertegenwoordigers van de diervoeder- en levensmiddelenindustrie en autoriteiten uit het Duits-Nederlandse grensgebied. Aan het begin werden vier keynote speeches gehouden om het onderwerp in te leiden: Dennis Herzberg, Cluster Manager CLIB 2021, sprak over de visie van een regionale kringloopeconomie door het verbinden van vraag en aanbod van biomassa. Jan Weijma van de universiteit Wageningen hield zijn voordracht over “Het einde van de voedselketen opnieuw verbinden met de landbouw ” waar de laatste ontwikkelingen in de wetenschap en de toepassingen ervan werden voorgesteld. Carl-Hendrik May van de Nährstoffbörse Nordrhein-Westfalen presenteerde voorbeelden van succesvolle platforms ter bevordering van een regionale recyclingeconomie. En Katrin Spoth van het Forschungszentrum Jülich sprak over het netwerk BioökonomieREVIER voor een creatie van een circulaire toegevoegde waarde in de regio Rheinisches Revier.

De deelnemers werkten vervolgens aan een overzicht van de huidige status van de circulaire economie in het Duits-Nederlandse grensgebied. De bestaande samenwerking op het gebied van onderwijs, advies en onderzoek en het bestaan van nutriënten- en biomassastromen werden als bijzonder positief beoordeeld. Volgens de deelnemers is er echter nog een inhaalslag te maken in het efficiënt gebruik van deze stromen en in de communicatie van het “kringloopconcept”.

Het evenement werd gepresenteerd door Prof. Steffi Wiedemann, hoogleraar Dierwetenschappen en Milieueffecten aan de Hogeschool Rijn-Waal, alsmede door de twee projectmedewerkers Bernou van der Wiel en Sabine Neuberger. De volgende stap in het project is het ontwikkelen van verschillende scenario’s voor de kringloopeconomie in de grensregio.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

Het exacte conferentieprogramma vindt u hier.