Food Pro·tec·ts – a German-Dutch INTERREG V A-project
28 aug 2020
Dr. Joachim Clemens, hoofd R&D van Soepenberg GmbH (rechts), stond voor de camera in de kas van de onderzoekscampus in Klein-Altendorf om verslag te doen van de projectresultaten

Opnames voor slotfilm

Vanwege de vertragingen als gevolg van de wereldwijde coronapandemie is het grote INTERREG V-project Food Pro·tec·ts met een half jaar verlengd tot eind 2020, zodat alle nog lopende activiteiten kunnen worden afgerond. Ook het oorspronkelijk geplande slotevenement van het project, waarbij de ontwikkelde producten en resultaten zouden worden gepresenteerd, kon vanwege corona niet plaatsvinden. Als alternatief werkt GIQS nu aan een aantal kleine eindfilms om de projectresultaten te presenteren.

De eerste opnamedag vond eind augustus plaats op de onderzoekscampus van de Universiteit van Bonn in Klein-Altendorf. Hier kwamen de projectpartners samen, die tijdens de vierjarige projectperiode verschillende innovatieve producten hebben ontwikkeld onder het trefwoord “gebruik van biomassa”. Samen met het team van Media Brüggemann uit Mönchengladbach werden de projectpartners geïnterviewd en werden de daaruit voortvloeiende producten gepresenteerd, zoals een nieuwe meststof uit afvalwater en zuiveringsslib, biochar uit landbouwafval of voedselresten, alsmede nieuwe substraten op basis van het innovatieve strooiselmateriaal Miscanthus, die de bodemeigenschappen hebben verbeterd.

In de komende weken zullen de resultaten van de activiteiten van Food Pro·tec·ts op het gebied van sensortechnologie, plasma en dierenwelzijn ook op film worden vastgelegd. Hiervoor zijn verdere opnamedata gepland in onder andere Venlo, Kleef, Bad Sassendorf, ‘s-Hertogenbosch en Bonn. Een presentatie van alle films is gepland voor het einde van het project.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

18 jun 2020
Elena Zopes van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität Bonn

Food Pro·tec·ts masterscriptie op de 3e plaats

De DLG (Deutsche Landwirtschafts-Gesellschaft) heeft de Wilhelm Rimpau-prijs 2020 toegekend aan drie innovatieve en praktijkgerichte masterscripties in de plantenproductie. Namens het bestuur van de DLG heeft een onafhankelijke jury uit de in totaal 25 zeer goede inzendingen drie bijzondere werken geselecteerd. De derde plaats ging naar Elena Zopes van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität Bonn, die in het kader van het INTERREG-project Food Pro·tec­·ts onderzoek deed naar herwinbare grondstoffen. De prijs is vernoemd naar Wilhelm Rimpau, de “vader van de Duitse plantenveredeling” en oprichter van de zaadveredelingsafdeling van de DLG.

Elena Zopes uit Bonn ontving de derde prijs, die met 1.000 euro is bedeeld, voor haar masterscriptie over “N-dynamica van de combinatie van vaste en vloeibare meststoffen in suikerbieten als derde schakel in de vruchtwisseling”. Het proefschrift werd uitgevoerd in de onderzoekseenheid herwinbare grondstoffen van de Landbouwfaculteit van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universiteit Bonn, in samenwerking met de Hogeschool Bonn-Rhein-Sieg en werd begeleid door Prof. Dr. Ralf Pude, Prof. Dr. Martin Hamer en Michael Stotter. Het onderzoek werd gefinancierd in het kader van het Duits-Nederlandse samenwerkingsproject Food Pro·tec·ts.

In haar masterscriptie onderzocht Elena Zopes de N-mineralisatie van verschillende Miscanthus-meststoffen en vergeleek deze met de N-dynamiek van andere belangrijke landbouwmeststoffen. Het doel van haar werk was om te achterhalen of Miscanthus stikstof in de bodem kan binden over een lange periode en tegelijkertijd vrijgeven in overeenstemming met de eisen van de plant, waardoor potentiële N-verliezen worden verminderd en tegelijkertijd een hoge opbrengst wordt bereikt.

Deze vraag werd gesteld omdat Miscanthus al wordt gekenmerkt door een hoog absorptievermogen als strooisel in de dierenstallen. Aangezien Miscanthus ook als vergroenende plant tal van positieve effecten heeft op de bodem en het milieu, kan men er ook van uitgaan dat de teelt van dit gewas de komende jaren zal uitbreiden. De masterscriptie van Elena Zopes toonde aan dat de opname van gehakte Miscanthus stikstof in de bodem gedurende een lange periode kan binden en deze ook weer kan vrijgeven zoals de plant dat wil.

De resultaten van zowel bodem- en plantenanalyses als de N-balansen zouden kunnen aantonen dat de N-mineralisatie in de meststoffen die Miscanthus bevatten, trager verloopt dan in de andere onderzochte meststoffen. Bovendien zou men vanwege de hoge suikerbieten- en suikeropbrengsten kunnen uitgaan van negatieve milieueffecten.

De resultaten van dit werk zijn daarom zeer relevant, vooral in de discussie over het nitraatprobleem, en tonen tegelijkertijd een hoge mate van praktische bruikbaarheid.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

12 feb 2020
Welkomstbordje voor de vergaderzaal van de Hogeschool Rijn-Waal

Biomassa-symposium aan de Hogeschool Rijn-Waal in Kleef

Medio februari werd in het kader van het Duits-Nederlandse INTERREG V A-project Food Pro·tec·ts een conferentie gehouden over het thema “Gebruik van biomassa, reststromen en voedingsstoffen in Duitsland en Nederland”. Het doel van het evenement was om een overzicht te krijgen van de biomassa- en nutriëntenkringlopen in de regio rond Kleef en om de mogelijkheden voor het sluiten van kringlopen te laten zien. Dit evenement diende als eerste stap naar de ontwikkeling van gerichte concepten voor de regio.

Ongeveer 30 deelnemers woonden de conferentie bij – waaronder boeren, vertegenwoordigers van de diervoeder- en levensmiddelenindustrie en autoriteiten uit het Duits-Nederlandse grensgebied. Aan het begin werden vier keynote speeches gehouden om het onderwerp in te leiden: Dennis Herzberg, Cluster Manager CLIB 2021, sprak over de visie van een regionale kringloopeconomie door het verbinden van vraag en aanbod van biomassa. Jan Weijma van de universiteit Wageningen hield zijn voordracht over “Het einde van de voedselketen opnieuw verbinden met de landbouw ” waar de laatste ontwikkelingen in de wetenschap en de toepassingen ervan werden voorgesteld. Carl-Hendrik May van de Nährstoffbörse Nordrhein-Westfalen presenteerde voorbeelden van succesvolle platforms ter bevordering van een regionale recyclingeconomie. En Katrin Spoth van het Forschungszentrum Jülich sprak over het netwerk BioökonomieREVIER voor een creatie van een circulaire toegevoegde waarde in de regio Rheinisches Revier.

De deelnemers werkten vervolgens aan een overzicht van de huidige status van de circulaire economie in het Duits-Nederlandse grensgebied. De bestaande samenwerking op het gebied van onderwijs, advies en onderzoek en het bestaan van nutriënten- en biomassastromen werden als bijzonder positief beoordeeld. Volgens de deelnemers is er echter nog een inhaalslag te maken in het efficiënt gebruik van deze stromen en in de communicatie van het “kringloopconcept”.

Het evenement werd gepresenteerd door Prof. Steffi Wiedemann, hoogleraar Dierwetenschappen en Milieueffecten aan de Hogeschool Rijn-Waal, alsmede door de twee projectmedewerkers Bernou van der Wiel en Sabine Neuberger. De volgende stap in het project is het ontwikkelen van verschillende scenario’s voor de kringloopeconomie in de grensregio.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

Het exacte conferentieprogramma vindt u hier.

10 okt 2019
Food Pro·tec·ts projectmanager Dr. Oliver Breuer in gesprek met Jan Loonen, gedeputeerde voor economie van de gemeente Venray en moderator Theo Verleun (v.r.n.l.).

Event “HighTech meets Biomass” succesvol verlopen

Het grensoverschrijdende event ‘Hightech meets Biomass’ op de Brightlands Campus Greenport Venlo dat door het GIQS Project Foods Pro·tec·ts georganiseerd werd, was gewijd aan de link tussen technologische innovatie en de primaire sector. De boer van de toekomst is niet alleen producent van voedsel en veevoer maar leverancier van waardevolle grondstoffen voor de chemie, bouw, voedingsindustrie en cosmetica. Het belang van een circulaire economie en het steeds efficiënter gebruik van biogene grondstoffen (biomassa) krijgt steeds meer aandacht en biedt kansen voor samenwerking en het toepassen van (technologische) innovaties. De rol van biomassa in een biobased economie is onomkeerbaar. Nationale en internationale sprekers lieten hun licht daarom schijnen op de technische uitdagingen die we daarin tegenkomen.

In de ochtend gaven drie sprekers, Andreas Fath, Johan Sanders en Paul Iske, stof tot nadenken. Fath wees op de noodzaak van schoon water voor de groei van biomassa. Met het project ‘Rheines Wasser’ trok Fath internationale belangstelling. De chemieprofessor van de Duitse Hochschule Furtwangen University zwom de Rijn van bron tot monding af en onderzocht daarbij de kwaliteit van het rivierwater. Johan Sanders, emeritus-hoogleraar Wageningen University & Research, ging tijdens zijn presentatie in op de rol van bioraffinage als de sleutel naar duurzame toepassingen. Met de inzet van bioraffinage kunnen we alle componenten van de plant gebruiken en als grondstof laten dienen voor levensmiddelen, diervoeding, chemie en materialen. Dat echte innovaties niet over gebaande paden gaan, maar met vallen en opstaan, daarvan overtuigde de laatste spreker van de ochtend. Paul Iske van de Universiteit Maastricht vertelde over de waarde van het leren van fouten uit complexe innovatieprocessen.

Kennis kent geen grenzen

De aftrap voor de middag werd gegeven door Jan Loonen, wethouder economie bij de Gemeente Venray en Oliver Breuer, voorzitter van het bestuur bij GIQS en projectleider van Food Pro·tec·ts. Zij benadrukten onder ander het belang van euregionale samenwerking en deelname aan grensoverschrijdende INTERREG-programma’s zoals het INTERREG-programma Deutschland-Nederland.

Tijdens het middagprogramma konden deelnemers in kleine groepjes deelnemen aan uiteenlopende themasessies over een aantal technologische innovaties en de verbinding daarvan met biomassa: Van de verwerking van organische reststromen, de behandeling van slib uit afvalwater, hydrothermische carbonisatie, tot insecten als nieuwe eiwitbron en de verspilling van voedingsstoffen en de routekaart die nodig is om het aanbod van duurzame biomassa in Nederland te vergroten. De binnen Food Pro·tec·ts ontwikkelde producten kunnen hier bekeken worden. Daarnaast was er ruimte voor inspirerende praktijkvoorbeelden zoals het Belgische Eco Treasures, dat zich bezighoudt met hoogwaardige extractie uit nevenstromen.

Het event ‘Hightech meets Biomass’ vond voor de eerste keer plaats en bewees direct nut en noodzaak voor het samenbrengen van de primaire sector en vertegenwoordigers uit de higtech. Gedurende de dag werden aan diverse groepjes initiatieven voorgelegd als basis voor het opzetten van nieuwe projecten.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

06 jul 2019
De Nederlands-Duitse experts voor de omgebouwde zeecontainer bij de varkenshouderij in het Nederlandse Horst

Cold Plasma-Testapparatuur in een varkensstal geïnstalleerd

Een Nederlands-Duitse delegatie van het INTERREG project Food Pro·tec·ts heeft begin juli een bezoek gebracht aan een varkenshouderij in het Limburgse Horst waar onlangs als projectactiviteit een testinstallatie ter verbetering van het klimaat in de stallen is geïnstalleerd. De omgebouwde zeecontainer wordt binnenkort aangesloten en kan dan met behulp van koude plasmatechnologie stabiele lucht reinigen en ongewenste geuren verwijderen.

Het derde technologiecluster (TIC3) bracht onlangs vertegenwoordigers van de projectpartners Blue Engineering, de Landwirtschaftskammer Nordrhein-Westfalen, Inno+ en lead partner GIQS e.V. op de Campus Greenport Venlo samen om elkaar te informeren over de laatste activiteiten en resultaten binnen het cluster. Ook de uitbreiding van de projectactiviteiten in de pluimveesector werd besproken en gepland.

Tijdens de daaropvolgende inspectie van de testinstallatie op een boerderij in het nabijgelegen Horst was projectleider Dr. Oliver Breuer (GIQS e.V.) zeer tevreden over de laatste ontwikkelingen. “De ontwikkelingsfase voor de toepassing van koude plasma technologie werd met succes afgerond en de op maat gemaakte testinstallatie werd geïnstalleerd op een reguliere varkensboerderij. De testcontainer, die in samenwerking met de Universiteit Eindhoven is ontwikkeld en gemonteerd, wordt de komende dagen aangesloten op het klimaatsysteem van de stal. De stallucht wordt vervolgens door plasmacellen geleid, die geuren, fijnstof en ziekteverwekkers in de stallucht reduceren en zo bijdragen aan een verbetering van het stalklimaat voor mens en dier. “Onze verwachtingen zijn hoog. We hopen dat we met deze technologie kunnen bijdragen aan een aanzienlijke verbetering van het stabiele klimaat”, aldus Breuer tijdens het bezoek ter plaatse.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

11 jun 2019
Prof. Dr. Martin Hamer van de projectpartner Hochschule Bonn-Rhein-Sieg presenteerde de tussentijdse resultaten van Cluster 5.

Clustermanager presenteren tussentijdse resultaten

Begin juni zijn vertegenwoordigers van de zes technologieclusters van Food Pro·tec·ts alsmede van de lead partner GIQS bij de Universiteit Wageningen bijeengekomen om de voortgang van de aparte werkpakketten te bespreken en elkaar te informeren.

Food Pro·tec·ts loopt tot medio 2020, maar de eerste projectresultaten zijn al zichtbaar. Dr. Jürgen Harlizius van de Landwirtschaftskammer NRW bracht bijvoorbeeld verslag uit over de resultaten van de ontwikkeling van de technologie voor oral fluids in Cluster 2 tot een vroegtijdig waarschuwingssysteem voor mestvarkens en was zeer tevreden met de resultaten van het project tot nu toe. Angela van der Sanden van DLV Intensief Advies presenteerde ook de eerste resultaten van het in cluster 3 ontwikkelde managementdashboard, waarmee sensoren in stallen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en hun gegevens kunnen worden geëvalueerd om de diergezondheid op de lange termijn te verbeteren.

Naast de presentatie van de tussentijdse resultaten van de deelprojecten zijn de clustermanagers en de vertegenwoordigers van de leadpartner ook begonnen met de planning van het slotevenement van het project, dat begin 2020 in ‘s-Hertogenbosch in Nederland zal plaatsvinden.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

10 apr 2019

Projectpartner Gé Backus ontvangt onderscheiding van Duitse Initiative Tierwohl

In het kader van het Duitse “Initiative Tierwohl” werd in aanwezigheid van de Duitse minister van Landbouw Julia Klöckner begin april in Berlijn de innovatieprijs 2019 uitgereikt. GIQS-projectpartner Gé Backus van het Nederlandse bedrijf DLV Intensief Advies was een van de vier winnaars die financiële steun ontving. DLV kon de jury overtuigen met haar proefproject “Slimme Stal” en ontving een projectsubsidie met volledige financiering ter hoogte van 153.945 euro om de marktrijpe technologie vanaf juli voor het eerst in Duitsland met 30 deelnemers in de praktijk te testen.

Dit jaar heeft het “Initiative Tierwohl” voor het eerst de dierenwelzijnsinnovatieprijs uitgereikt aan innovatieve ideeën en projecten op het gebied van de varkens- en pluimveehouderij. Het GIQS-team is zeer verheugd dat het “Slimme Stal”-concept, dat gezamenlijk is ontwikkeld door DLV-dochter Connecting Agri & Food en softwarebedrijf Whysor, nu wordt beloond voor zijn inzet. Beide bedrijven zijn betrokken bij de lopende GIQS-projecten Food Pro·tec·ts en BEL AIR (beide INTERREG V A), waarbij delen van “Slimme Stal” samen met Duitse partners zijn ontwikkeld.

Stabiel klimaat zorgt voor minder stress

Het doel van “Slimme Stal” is om moderne hulpmiddelen te gebruiken om het inzicht van de varkenshouders over het actuele klimaat in de stallen te vergroten en ze te helpen, fouten bij de klimaatbeheersing van hun stal in de toekomst te voorkomen. “Ik merkte in mijn gesprekken dat veel ondernemers de betekenis van een goed stalklimaat niet echt kennen. Het klimaat heeft een grote invloed op het gedrag van varkens en hun gezondheid. Met Slimme Stal willen we veehouders een hulpmiddel bieden waarmee ze gemakkelijker het eigen stalklimaat kunnen bijhouden met sensoren”, legt Gé Backus uit over zijn motivatie voor de ontwikkeling van Slimme Stal.

Om het klimaat in een varkensstal te kunnen inschatten, zijn vier richtwaarden bepalend: naast temperatuur en luchtvochtigheid ook het koolstofdioxide- (CO2) en het ammoniakgehalte (NH3). Een belangrijk neveneffect van een optimaal klimaat is dat de lagere stressbelasting van de dieren de kans op problemen zoals staartbijten vermindert.

Altijd inzicht via smartphone, tablet of PC

Met hulp van “Slimme Stal” worden veehouders in staat gesteld te allen tijde inzicht te krijgen in de klimatologische omstandigheden in vleesvarkens- en biggenafdelingen en kunnen zo nodig ingrijpen. Hiervoor worden eerst sensoren in de stal geïnstalleerd, die elke tien minuten meetwaarden naar de software van Slimme Stal sturen. Worden individueel vastgelegde drempelwaarden overschreden, ontvangt de ondernemer een melding op zijn smartphone, zodat hij actuele extreme situaties kan herkennen en direct kan reageren.

De projecten Food Pro·tec·ts en BEL AIR worden in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Ze worden begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

Voor meer informatie over “Slimme Stal”, dat ook voor de pluimvee- en melkveehouderij zal worden aangepast, zie www.slimmestal.nl.

25 okt 2018
GIQS-projectmanager Dr. Oliver Breuer (rechts) verwelkomt de nieuwe projectpartner Gus van der Feltz (Blue Engineering).

Eerste resultaten na de helft van het project

In aanwezigheid van vertegenwoordigers van het INTERREG-programma en de medefinancieringsinstellingen werden ter gelegenheid van het bereiken van de helft van de looptijd van Food Pro·tec·ts de recente projectresultaten op 18 oktober 2018 in Venlo gepresenteerd.

In Villa Flora verwelkomde Saskia Goetgeluk, directeur van de Brightlands Campus Greenport Venlo, de Duitse en Nederlandse gasten met een kort welkomwoord. Zij lichtte de structuur van de Brightlands Campus in Venlo toe en benadrukte het belang van grensoverschrijdende projecten voor de verdere positieve ontwikkeling van de hele regio.

Daarna gaven de clustermanagers inzicht in de tussentijdse status en de planning van de komende projectactiviteiten binnen de vijf verschillende technologieclusters (TIC). Zo toonde het project aan dat spectroscopische methoden kunnen worden gebruikt om onmiddellijk bacterietellingen op vers vlees te bepalen (TIC 1), dat zoönoses in de varkensproductie ook kunnen worden opgespoord met behulp van Oral Fluid technologie (TIC 2), dat nieuwe technologieën het mogelijk hebben gemaakt om het stalklimaat in varkensstallen te verbeteren (TIC 3), dat er een op het internet gebaseerde voermonitoring is ontwikkeld voor pluimvee (TIC 4) en dat er met succes onderzoek is gedaan naar de biomassamateriaalstromen (TIC 5).

Ook aanwezig was een vertegenwoordiger van de nieuwe projectpartner Blue Engineering B.V., die zich in augustus 2018 bij de werkgroep in Cluster 1 heeft aangesloten. Aansluitend was er de gelegenheid om vragen te stellen en voor discussie.  De aanwezigen waren zeer tevreden over de algemene ontwikkelingsstatus van het project.

In de aanloop naar het evenement ontmoetten enkele gasten elkaar al in Venlo voor een informatieve rondleiding en een gezamenlijke lunch in de versmarkt Beej Benders op het Nolensplein. Het innovatieve marktconcept van de familie Benders, waarin regionaliteit en duurzaamheid centraal staan, werd gepresenteerd door de dochter van de eigenaar, Niki Benders. Enkele impressies van het bezoek aan versmarkt Benders en de stuurgroepvergadering in Villa Flora laat de volgende video zien.

Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

17 jul 2018
Countrypixel - Fotolia.com

Workshop: Zeitgemäße Ansätze für Agri-Food-Unternehmen

Een snel groeiende wereldbevolking, veranderende levensstijlen en consumptiegewoonten en een groeiend bewustzijn van milieuproblemen onderstrepen het toenemende belang van duurzame en hulpbronnenbesparende productiemethoden in de landbouw- en levensmiddelensector. Het meest efficiënte gebruik van de beschikbare middelen is de afgelopen jaren aan belang toegenomen. Bedrijven moeten inspelen op de toenemende vraag van consumenten naar variëteit, kwaliteit en milieuvriendelijkheid van hun producten. Dit vereist technische, sociale en organisatorische innovaties die op bedrijfsniveau moeten worden ontwikkeld en/of geïmplementeerd. Maar hoe kunnen we ervoor zorgen dat innovaties niet alleen economisch concurrerend zijn, maar ook volledig duurzaam?

Op 26 september 2018 proberen wetenschappers en ondernemers deze vragen te beantwoorden bij de Hogeschool Rijn-Waal in Kleef. De gratis workshop, onderdeel van het Duits-Nederlandse samenwerkingsproject Food Pro·tec·ts, geeft inzicht in duurzaamheid, innovatie en levenscyclusanalyse.

Meer informatie vindt u in de evenementenkalender en in de evenementenflyer. Het aantal deelnemers is beperkt, inschrijven is mogelijk op izne.info@h-brs.de. De workshop wordt in het Duits gehouden.

25 apr 2018
Dr. Oliver Breuer presenteerde de tussenstand van het lopende INTERREG V A-project Food Pro·tec·ts en waagde een eerste blik op mogelijke onderwerpen voor de komende subsidiefase.

Presentatie in het Ministerie van economische zaken NRW

Vertegenwoordigers van GIQS waren uitgenodigd om eind april tijdens een gesprek bij het ministerie van economie, innovatie, digitalisering en energie (MWIDE) van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW) de voortgang van het INTERREG-project Food Pro·tec·ts te presenteren.

De voordracht bij het ministerie in Düsseldorf vond plaats halverwege de actuele subsidiefase van de Europese Territoriale Samenwerking (ETZ), kortom INTERREG V (2014-2020).  Hier werden de deelnemers door middel van verschillende presentaties geïnformeerd over de stand van zaken in de programma’s INTERREG V A Deutschland-Nederland, INTEREEG V A Euregio Maas-Rijn, INTERREG North-West Europe zoals INTERREG Europe.

Dr. Oliver Breuer, projectmanager bij de leadpartner GIQS voor het project Food Pro·tec·ts, stelde de aanwezigen tijdens zijn presentatie de inhoud en het doel van het Nederlands-Duitse samenwerkingsproject voor en gaf een kijkje in de eerste resultaten en successen van verschillende werkgroepen bestaande uit partners uit NRW en Nederland.

Een van de onderwerpen van de presentatie was ook de vooruitblik op de toekomst van het INTERREG-programma. Hier werd medegedeeld, dat door de commissies van het Nederlands-Duitse INTERREG-programma pas geleden een voorbereidingsgroep gevormd is voor de komende, vermoedelijk in het jaar 2022 startende, INTERREG VI-periode. Ook GIQS bereidt zich al op de toekomstige subsidieperiode voor, vertelde Dr. Oliver Breuer aan het einde van zijn presentatie. Zo zijn zij ermee begonnen in het eigen netwerk een enquête te houden over onderwerpen, die binnen de agrofoodsector in de komende tien tot vijftien jaar vermoedelijk een belangrijke rol gaan spelen. Eerste resultaten van deze enquête konden al door de heer Breuer aan de aanwezigen gepresenteerd worden.

Het project Food Pro·tec·ts wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland medegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen en de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Euregio Rijn-Waal.

Verdere informatie over Food Pro·tec·ts vindt u hier.